Gepubliceerd op:1 augustus 2017
SEOR heeft recent onderzoek gedaan naar de ruimtelijke verdeling van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Binnen de Metropoolregio bevindt zich een concentratie van laag opgeleide werklozen in de grote steden. Eén van de hoofdvragen in het onderzoek is: in welke mate kan dit probleem worden opgelost door verbetering van de vervoersinfrastructuur, waardoor reistijden korter worden en werklozen uit de grote steden in een groter gebied werk kunnen zoeken en meer kans op betaald werk krijgen?
De kern van het onderzoek is een analyse van microdata van het CBS. Op basis van deze gegevens is voor drie opleidingscategorieën (lager, middelbaar en hoger opgeleiden) bepaald hoeveel banen er beschikbaar zijn in een gemeente en hoeveel mensen er wonen die zich op de arbeidsmarkt aanbieden. Voor subregio’s is ook de vraag naar arbeid bepaald. Uitgaande van het aanbod naar opleidingsniveau is de reistijd en -afstand naar de locaties van de voor dit aanbod geschikte vraag bepaald. Hierbij is naar verschillende vervoersmodaliteiten gekeken. Verder is nagegaan wat de feitelijke pendel is vanuit de locaties waar het aanbod is gelokaliseerd.
Daarnaast zijn enkele groepsgesprekken gevoerd met bijstandsgerechtigden in de Metropoolregio en is een enquête gehouden onder werkgevers uit deze regio. Ook is gekeken naar de beschikbare wetenschappelijk literatuur naar de ruimtelijke dimensie van de arbeidsmarkt en de rol van vervoersinfrastructuur bij het vinden van werk.
We kunnen, op basis van het onderzoek, het volgende concluderen:
- De verhouding tussen het aanbod woonachtig binnen een gemeente of subregio en het aantal banen binnen die gemeente of subregio is over het algemeen lager voor hoger opgeleiden dan voor middelbaar en lager opgeleiden.
- Door het aantal inwoners dat betaald werk heeft te vergelijken met het aantal banen, is nagegaan of een gemeente of subregio meer een woon- of een werkgemeente is. Is een gemeente een werkgemeente voor lager opgeleiden, dan is dat meestal ook het geval voor middelbaar en hoger opgeleiden.
- Voor werknemers uit Rotterdam Noord, Rotterdam Zuid of Den Haag geldt dat een toename van de reistijd of -afstand tussen woon- en werklocatie leidt tot een afname in het aandeel werknemers uit één van deze (deel)gemeenten. Deze afname is sterker naarmate het opleidingsniveau lager is.
- De groepsgesprekken met werklozen en de enquête onder werkgevers bevestigen dat knelpunten in de vervoersinfrastructuur een probleem vormen bij het vinden van werk en het vervullen van vacatures.
- Als mensen bereid zijn maximaal een uur te reizen voor woon-werkverkeer, zou een verlaging van de reistijd van 75 naar 60 minuten in het geval van lager opgeleiden uit Rotterdam leiden tot een verdubbeling van het aantal bereikbare (geschikte) banen. Voor lager opgeleiden uit Den Haag zou dit leiden tot een toename van het aantal bereikbare banen met ongeveer 70 procent.
Auteurs