Gepubliceerd op:23 juni 2025

In opdracht van de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU) onderzocht SEOR op basis van CBS-Microdata de mogelijke gevolgen van de voorgestelde verlenging van de onderbrekingstermijn van zes maanden naar vijf jaar zoals opgenomen in het wetsvoorstel voor Meer zekerheid flexwerkers. Deze wijziging kan gevolgen hebben voor flexwerkers die terugkeren bij een eerdere werkgever. Met dit onderzoek geven we inzicht in de potentiële omvang en de kenmerken van de groep mensen die in het verleden tussen de zes maanden en vijf jaar terugkeerde bij een eerdere werkgever. We onderscheiden drie groepen flexwerkers: uitzendkrachten, oproepkrachten en werknemers op tijdelijke dienstverbanden.

Dit onderzoek laat zien dat bijna één op de tien gecreëerde flexibele banen wordt ingevuld door werknemers die terugkeren bij een eerdere werkgever. Procentueel komt het vaker voor onder oproepkrachten (15%) en uitzendkrachten (12%) dan bij werknemers op tijdelijke dienstverbanden (6%), en van alle flexwerkers keert 6% meer dan één keer terug. Terugkeren bij een eerdere werkgever vormt daarmee een wezenlijk onderdeel van het flexibele deel van de arbeidsmarkt. Een deel van de flexwerkers zal er bewust voor kiezen om terug te keren, terwijl een ander deel onvrijwillig terugkeert. We constateren verder dat terugkeren naar een eerdere werkgever in een steeds krapper wordende arbeidsmarkt minder gebruikelijk is geworden. 

Verder wijst het onderzoek uit dat voor de gemiddelde uitzendkracht die terugkeert geldt dat er nog bijna twee jaar resteert in de keten. Daarentegen hebben oproepkrachten en werknemers op tijdelijke dienstverbanden op het moment dat zij terugkeren gemiddeld nog maximaal één jaar ‘over’ in de ketenbepaling. Als er geen grote gedragsveranderingen optreden naar aanleiding van deze wet, zal een onderbrekingstermijn van 5 jaar er voor de meeste uitzendkrachten niet direct toe leiden dat werkgevers hen bij terugkeer een vast dienstverband hoeven aan te bieden. Aan oproepkrachten en werknemers op tijdelijke dienstverbanden die terugkeren moeten werkgevers beduidend sneller een vast contract aanbieden onder de nieuwe vervaltermijn van 5 jaar. Er zijn verder geen sterke aanwijzingen gevonden dat de flexwerker die terugkeert bij een eerdere werkgever veel kwetsbaarder is dan de flexwerker die niet terugkeert.

Expertise
Rapportage

Auteurs

 

Opdrachtgever: Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU)